Door werk weer meedoen aan de maatschappij
Dit verhaal is ook gepubliceerd in de april editie van MUG-magazine en is geschreven door Marianne Goet.
In een woonkamer in Amsterdam Noord kletst Anna (66) gezellig met Esther Enning, teamleider Zorgbrigade bij Pantar. Praatjes doen haar goed. Een paar ochtenden in de week drinkt ze koffie in een buurtcentrum, maar verder ziet ze weinig mensen.
“In het buurtcentrum vroeg een maatschappelijk werker of ik een maatje wilde hebben. Dat leek me wel wat, want ik zit veel alleen”, vertelt Anna. Sinds een paar maanden komt daarom Natascha, één van de Zorgbrigadisten uit Esthers team, wekelijks een paar uur langs. “De eerste keer dat ze kwam hebben we Rummikub gedaan.”
Informele hulp
Esthers teamleden hebben een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze hebben geen diploma’s, spreken slecht Nederlands of zaten jarenlang thuis met de kinderen. Via de Zorgbrigade volgen ze een mbo1-opleiding zorg én doen ze werkervaring op.
Esther: “Ze zijn in dienst bij Pantar, gaan twaalf uur per week naar school en twaalf uur per week geven ze informele hulp aan buurtbewoners zoals Anna. Samen boodschappen doen of koken, een wandeling maken of spelletje doen. Alle hulp is gratis, maar we vragen mensen wel om iets terug te doen. Zo oefenen de Zorgbrigadisten tijdens het koffie drinken hun Nederlands of krijgen ze rekenles van een buurtbewoner. Het hoeft allemaal niet heel groot.”
