‘Alles gaat perfect,’ zegt Houcine bij Jumbo
Houcine Basaidi (46) werkt vijf dagen per week bij supermarkt Jumbo. ‘Met de metro ben ik er zo en het is hier lekker gezellig.’
Het kantoor van Jumbo-filiaalmanager Francisco Garcia (44) ligt boven de winkel aan de rand van het Buikslotermeerplein in Amsterdam Noord. Het is een kale ruimte met een enorme ovale tafel in het midden. Aan de muur hangt een whiteboard waarop iemand de tafel van 9 heeft geschreven. Maar de onderste som klopt niet: ‘10 x 9 = 91’ staat er. Garcia: ‘Iedereen die hier binnenkomt zegt dat de laatste som niet klopt. Maar, zeg ik dan, wat mij opvalt is dat de eerste negen sommen wél kloppen.’ Het zegt iets hoe over Garcia naar zijn werknemers kijkt.
Vandaag staan er beoordelingsgesprekken met de vier deelnemers van Pantar op de agenda. ‘Feitelijk willen we ze zo normaal mogelijk behandelen. Met andere woorden: zo’n beoordeling is niet anders dan een reguliere medewerker zou krijgen, maar ik pas hem een beetje aan. Jip en Janneke-taal, zodat zij mij goed begrijpen.’
Nee, voor die beoordelingsgesprekken zijn ze niet zenuwachtig, zegt Garcia. Hij glimlacht: ‘Ik denk dat zij de meest luxueuze positie hebben binnen het bedrijf: er is geen druk en ze doen hun werk superleuk.’ Bovendien, zo vindt Garcia, je kunt iemand niet afrekenen op dingen waar hij of zij geen schuld aan heeft. De deelnemers hebben niet voor niets een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Bovendien ben ik gewoon superblij met ze en dat zeg ik ze dan. Een keer per jaar moet je ze een podium geven om ze dat te vertellen. Dan zeg ik dat ik supertrots ben.’
‘Eén keer per jaar moet je ze een podium geven. Dan zeg ik dat ik supertrots ben’
Alles gaat perfect
Het beoordelingsgesprek, ziet Houcine Basaidi daartegenop? ‘Nee,’ glundert hij, ‘want ze gaan vragen: “Hoe gaat het met je werk?” En dan zeg ik dat alles perfect gaat.’ Basaidi kwam in 1992 bij Pantar. Hij werkte bij verschillende bedrijven en sinds een jaar of vijf is hij werkzaam bij Jumbo. ‘Jumbo is lekker gezellig, met leuke collega’s.’ vertelt hij. Als Basaidi lacht – en dat doet hij veelvuldig –, dan knijpt hij zijn ogen tot spleetjes. ‘Ik doe hier van alles. Vakkenvullen. Klanten helpen. Ik ben eigenlijk de eerste medewerker van Pantar.’ Houcine Basaidi werkt vijf dagen in de week van acht tot vier.
Hij komt iedere dag vanuit Amsterdam-west met de metro naar de supermarkt. ‘Ik ben er zo met die metro, dat duurt een kwartiertje.’ Zijn collega’s vindt hij leuk, perfect zelfs. Ook omdat ze onderling regelmatig grapjes maken. Wat vindt hij het allerleukste om te doen? Basaidi lacht: ‘Wat ik het leukste vind, vind ik moeilijk uit te leggen. Alles, behalve kassa draaien. Daar word ik een beetje zenuwachtig van.’ Hij draait de PDA-scanner in zijn handen, legt hem weer op tafel. ‘Met deze scanner kijk ik naar de datum. Het is ook een bestelcomputer.’ Francisco Garcia knikt: ‘Hiermee kun je voorraden bijhouden, afboekingen zien en schapkaartjes maken.’