Goed begeleiden op de werkvloer begint met naar jezelf kijken
Voorlieden, coaches en werkbegeleiders moeten niet onderschatten hoe belangrijk hun werk is, aldus Albert-Jan Vink, GZ-psycholoog en mede-eigenaar van Psyche@work, een bureau voor arbeidsgerelateerde coaching en training.
Al meer dan tien jaar geeft hij trainingen aan Pantars leidinggevenden, coaches en voorlieden over omgaan met psychische beperkingen. “Pantar is voor veel medewerkers een levenslijn. Ze horen ergens bij. Dat is de kracht van werk en veel belangrijker dan wekelijks een gesprek met een psycholoog. Pantar biedt een unieke plek voor mensen die dit echt nodig hebben. Ik denk dat zonder Pantar het met Amsterdam een stuk slechter zou gaan. Deze training is daarom ook geen luxeproduct, maar essentieel om alle verschillende Pantarmedewerkers goed hun werk te kunnen laten doen.”
Spiegel
Volgens hem hebben leidinggevenden bij Pantar meer psychische problemen op het bordje liggen dan een gemiddelde psycholoog. “Medewerkers hebben te maken met verslavingen, verstandelijke beperkingen of persoonlijkheidsstoornissen, dat vraagt veel van je als begeleider. De training helpt ze naar zichzelf in de spiegel te kijken en te zien wat ze lastig vinden in de begeleiding.”
Afstemmen op wat de ander nodig heeft
Zelf is Albert-Jan opgegroeid met twee verstandelijk beperkte broers. Het maakt dat hij gewend is om steeds af te stemmen op wat de ander nodig heeft om verder te komen. “Als ik mijn werk niet meer leuk vindt, dan kan ik zelf stappen zetten om het beter te maken. Mijn broers hebben daar hulp bij nodig.”
Drie coachingsstijlen
Hoe help je mensen met een beperking verder in hun ontwikkeling en hou je rekening de uitdagingen waar zij tegenaan lopen? In de basistraining leert Albert-Jan de cursisten drie verschillende coachingsstijlen.
“Bij medewerkers met bijvoorbeeld autisme of een gevoeligheid voor prikkels past de beschermende coachstijl. Structuur en overzicht geven, voorspelbaarheid en mensen wat meer bij de hand nemen werken hier goed.”
De rechtvaardige coachingsstijl is daar tegenover weer heel anders. Grenzen stellen en handhaven staan voorop. “Deze manier van coachen past goed bij grensoverschrijdend gedrag en medewerkers die veel manipuleren. Dat zie je bijvoorbeeld bij (ex-)verslaafden en mensen van de straat die snel een loopje met je nemen.”
Bij medewerkers die juist heel meegaand zijn of geremd en afhankelijk kan de stimulerende begeleider juist meer bereiken. “Open vragen stellen, mensen zelf aan het denken zetten in plaats van het voor ze in te vullen.”

Autonomie
Hij merkt dat veel coaches en werkbegeleiders de neiging hebben tot helpen en te snel invullen voor de ander. “Bijvoorbeeld een medewerker die zich ziekmeldt vanwege overbelasting door mantelzorg. Dan wordt al snel maatschappelijk werk ingeschakeld. Maar misschien heeft die persoon zelf ook ideeën over oplossingen. Door daar niet naar te vragen, geef je iemand het idee dat jij het beter weet”, aldus Albert-Jan. “Als we maar blijven zeggen wat iemand moet doen bereik je geen autonomie.”
Ook vinden leidinggevenden het vaak lastig om boosheid te interpreteren. “Mensen kunnen boos worden omdat ze iets niet voor elkaar krijgen. Dan is handhaven nodig. Maar als boosheid ontstaat door bijvoorbeeld emotionele kortsluiting, werkt grenzen stellen juist averechts.”
Oefenen
Tijdens de training zet Albert-Jan graag trainingsacteurs in. “Dan oefenen we met concrete werksituaties en coachingsstijlen. Zoals hoe je omgaat met een medewerker die heel amicaal is en lastig aan te spreken.” Na de basistraining is er nog een vervolgtraining waarin nog dieper op eigen leerdoelen wordt ingegaan.
Hoewel Albert-Jan de trainingen al jaren geeft, geniet hij er nog steeds van om mensen te zien groeien in hun ontwikkeling. “Laatst nog had ik een werkbegeleider die korter van stof wilde zijn. Hij was flink gaan oefenen op de werkvloer en kwam terug in de training met de opmerking dat zijn teamleden dachten dat hij chagrijnig was”, lacht Albert-Jan. “Als ik een groep voorlieden de opdracht geef elkaar een compliment te geven, is dat vaak lastig voor hen, maar wanneer het lukt, is dat prachtig.”